CE-Markering
Kuster Yachts mag op alle schepen die de werf verlaten het merkteken CE-aanbrengen. Want al die schepen voldoen aan de essentiële eisen uit de richtlijn die zijn vastgelegd in de ‘Conformité Européenne’ waarin zevenentwintig normen zijn vastgelegd die worden toegepast om aan te (kunnen) tonen dat aan deze essentiële eisen wordt voldaan.
Vroeger bouwde elke werf zijn eigen schepen naar eigen maatstaven en/of naar de wensen van de klant. Vaak op het oog of volgens behoorlijk vrij interpretabele beschrijvingen: oorlogsschepen, zeeschepen, binnenvaartschepen, vissersschepen en zelfs de eerste jachten die kleine oorlogsschepen waren waarmee op de grotere gejaagd kon worden die ook gebruikt werden om voor plezier en als oefening wedstrijd gevaren werd. Vooral de huidige plezierjachten worden sinds enige tientallen jaren in steeds grotere aantallen in grote series gebouwd en daarvoor doen werven grote investeringen die ze een keer terug willen verdienen.
Vrije handel voor een goed en veilig product op een grotere markt, dat was de grote wens van vooral de grote werven. Zo hebben vooral de Fransen eind vorige eeuw aangedrongen op het stellen van eisen aan schepen die in de Europese Unie ingevoerd en die binnen die Europese Unie verhandeld konden worden. Het heeft een paar jaar geduurd, maar op 29 november 1996 werd in de EU de Wet Pleziervaartuigen van kracht. En een werf die nu schepen in heel Europa op de markt wil brengen, die moet zorgen dat hij gecertificeerde schepen bouwt. Schepen die voldoen aan strikte eisen van stabiliteit, sterkte, waterdichtheid, veiligheid van allerlei systemen aan boord, brandveiligheid, zeewaardigheid en belastbaarheid.
Ineens moesten relingen een bepaalde hoogte hebben, vluchtluiken kregen minimumafmetingen en aan de bereikbaarheid van die luiken werden ook eisen gesteld evenals aan het vrijboord. Deze en veel meer eisen kregen invloed op de maten en de vormgeving van, in en aan het schip. De nog jonge werf Kuster Yachts besloot onmiddellijk de CE-markering te omarmen, ging volgens de normen werken, liet nieuwe schepen volgens die normen ontwerpen en vroeg certificering aan.
Kuster Yachts is als werf verplicht tot het voeren van het CE-merkteken. Elk schip is dus thans voorzien van een bouwersplaatje met daarop dat CE-merkteken. Dat plaatje vermeldt voorts wat de maximale belastbaarheid van het schip is, hoeveel personen zich maximaal aan boord mogen bevinden, in welke ontwerpcategorie het schip gebouwd is: A voor oceaan, B voor zee, C voor kust en D voor beschut. Het schip krijgt voorts het Hull Identification Number, afgekort: de HIN-code. En er wordt een eigenaarshandboek bij afgegeven.
Het voeren van de CE-markering geeft dus aan dat het product voldoet aan de eisen volgens de richtlijn pleziervaartuigen en impliceert het toestaan van controles die worden uitgevoerd door het ‘European Certification Bureau Nederland BV’ dat door het Nederlandse ministerie van verkeer en waterstaat is aangewezen en dat de wettelijk verplichte keuringen uitvoeren.
Sipko van Sluis schetst een ontwikkeling in Nederland ten gevolge van de CE-markering van semi-custom built naar seriebouw. ‘Steeds meer Nederlandse werven bieden alleen nog maar schepen aan waaraan niets veranderd kan worden. En dat is begrijpelijk want tornen aan een gecertificeerd ontwerp betekent tornen aan de certificatie van dat ontwerp en dat kan niet toegestaan worden. En wij willen dat ook niet. Bovendien zijn veranderingen aan een ontwerp altijd kostbaar. Ook van de typen schepen die wij bouwen ligt dus heel veel vast. En wij kunnen de klant duidelijk maken dat dit noodzakelijk en gewenst is. Alles moet degelijk, deugdelijk en veilig zijn. Wij bouwen voor de klant een betrouwbaar product. En daar profiteert de aanstaande schipper en zijn schip van, maar ook onze werf.’